Menu Sluiten

Kerk

De kerk van het Pelstergasthuis dateert uit de 13de eeuw. De buitenmuren dragen sporen van de romaanse bouwstijl. Dankzij de restauratie van 1972-1978 zijn deze bouwsporen weer zichtbaar. In het middelste travee van de muur zijn er sporen van twee romaanse ramen. Het oostelijke travee (naar de straat) toont een romano-gotische raamindeling met dichtgezette vensters en venstervlakken met vulling in metselverband. Laag aan de grond is een ‘hagioscoop’, een laag venster, aangetroffen. Het westelijke vlak draagt sporen op twee niveaus: op verdiepingshoogte zijn drie kleine romaanse ramen te herkennen. Daarboven bevinden zich sporen van vier kleine ramen. Dit deel van het gebouw is aanvankelijk het wooncomplex geweest in de vorm van een klein steenhuis in drie verdiepingen. Vermoedelijk werd het al in de 13de eeuw bij de kerk getrokken.
De kerk diende als kapel van het gasthuis. In de middeleeuwen waren er drie altaren. Voor het Maria-altaar werd in de 15de eeuw aan de noordzijde een zijkapel gebouwd, voorzien van een gotisch gewelf. Na de overgang naar het protestantisme in 1594 werden de altaren verwijderd. De kerk diende als wijkkerk voor de protestantse eredienst. Vanaf de 17de eeuw was het de vaste plek voor de Franse Hugenoten. In 1773-1774 werd de kerk vergroot naar het oosten. Daarmee kwam de gevel aan de Pelsterstraat te liggen.

In de kerk bevindt zich een kansel uit de 16de eeuw. Het orgel is gebouwd door Arp Schnitger (1693/1712) en vergroot door Albert Antoni Hinsz (1773-1774).
De inrichting wordt vooral bepaald door aanpassingen uit de 18de en 19de eeuw, zoals de neogotische decoratie aan de noordwand en de neogotische ventilatieroosters in het plafond (1860).
Bij de restauratie van 1972-1978 werd het fundament van de oorspronkelijke 13de-eeuwse oostmuur vrij gelegd. Het fundament is in het zicht gelaten. Ook kwam bij de restauratie een stuk muurwerk van de middeleeuwse ziekenzaal met een gotisch venster uit de 15de eeuw in het zicht.

Voogdenkamer

De Voogdenkamer van het Pelstergasthuis is heringericht in 1751, zoals blijkt uit het opschrift op de gebeeldhouwde schouw in rococostijl. De schouw vermeldt de namen van de voogden uit die tijd. Boven de tekst prijkt het wapen van het Heiligen Geest Gasthuis: een dubbelkruis.

In de 19de eeuw werden in de Voogdenkamer grotere ramen geplaatst en kreeg de ruimte een gestukt plafond in neo-rococostijl. Bij die gelegenheid is mogelijk de schouw verlaagd.

Museum (Weegkamer)

De zaal naast de Voogdenkamer is de ‘Weegkamer’, zo genoemd naar de manshoge waag. In de weegkamer werden voorraden afgewogen. Vermoedelijk ook voor het persoonlijke gebruik van de bewoners. De Weegkamer is na de restauratie van 1972-1978 ingericht als klein museum, met voorwerpen uit de geschiedenis van het gasthuis.

Bij de restauratie werden in de weegkamer muurschilderingen aangetroffen uit de 16de eeuw. De deels bewaard gebleven voorstelling op de noordelijke wand is volgens kenners te duiden als onderdeel van het Laatste Avondmaal van Christus en zijn apostelen. Aangezien deze voorstelling vooral in eetzalen voorkomt, neemt men aan dat de ruimte in de 16de eeuw als eetzaal heeft gediend.
Onder de Voogdenkamer en het museum liggen middeleeuwse kelders die stammen uit het begin van de 14de eeuw, of mogelijk zelfs uit het einde van de 13de eeuw. Het haaks erop gelegen gebouw in noordelijke richting heeft een kelder uit de 14de eeuw met een gemetseld kruisgraatgewelf.

Keuken en eetzaal

Een opschrift uit 1701 op een zolderbalk in de voormalige keuken verwijst naar de grootscheepse verbouwing van dit deel van de hoofdgebouwen. De keuken werd nadien meermalen gerenoveerd. Midden jaren ‘90 stopte het gasthuis met het verschaffen van maaltijden aan de bewoners.
De ernaast gelegen eetzaal werd in het laatste kwart van de 19de eeuw heringericht en voorzien van een stucplafond.

Ga naar de inhoud